Introduction
Objectgeoriënteerd programmeren is al bijna twee decennia de norm bij softwareontwikkeling. Als je ontwikkelaar of zelfs functioneel analist bent, is kennis van objectgeoriënteerde programmeerconcepten zoals encapsulation en het verbergen van gegevens essentieel.
Deze cursus leert je de verschillende concepten met hands-on tutorials om ervoor te zorgen dat je volledig op de hoogte bent en in staat bent om objectgeoriënteerde programma's te maken. De cursus vergemakkelijkt de communicatie met ontwikkelaars voor analisten - een essentiële vaardigheid voor het definiëren en ontwerpen van nieuwe toepassingen.
Tegen de tijd dat je klaar bent met deze cursus, heb je als analist een basiskennis van de wondere wereld van objectgeoriënteerde ontwikkeling.
Leerdoelen
Vaardigheden:
Bouw Java-programma's met behulp van NetBeans
Pas programmeringsconcepten zoals variabelen, flow control, lussen en arrays toe
Definieer klassen en begrijp het concept van overerving
Gebruik polymorfisme om objecten dynamisch toe te wijzen
Kennis:
Begrijp de doelstellingen en kenmerken van de Java-programmeertaal
Begrijp het concept van objectgeoriënteerd programmeren en zijn bouwstenen (objecten)
Begrijp de basisconcepten van programmeringslogica en hoe deze in Java kunnen worden toegepast
Begrijp hoe overerving werkt en hoe het kan worden gebruikt om een nieuwe klasse te definiëren
Begrijp het concept van polymorfisme en hoe het kan worden gebruikt om objecten dynamisch toe te wijzen
Attitude:
Toon bereidheid om hands-on tutorials uit te voeren en praktijkervaring op te doen met het schrijven van Java-programma's
Toon nieuwsgierigheid naar het begrijpen van programmeringslogica en hoe dit kan worden toegepast in Java
Programma
Om de concepten van objectgeoriënteerd programmeren (OOP) te illustreren, gebruiken we de populaire programmeertaal Java.
Inleiding: een korte inleiding over de doelstellingen en kenmerken van deze taal.
Objecten: de bouwstenen van elk OOP.
Basisprincipes van programmeren: Na installatie van NetBeans, een populaire Java Integrated Development Environment waarmee we java programma's kunnen schrijven en uitvoeren, bekijken we de basisprincipes van programmeren en passen die toe in Java:
Variabelen worden gebruikt om gegevens in het geheugen op te slaan.
Flow Control stelt ons in staat een deel van het programma uit te voeren wanneer aan een bepaalde voorwaarde is voldaan.
Lussen worden gebruikt om een blok code te herhalen.
Arrays zijn nuttig voor de opslag van meerdere variabelen van hetzelfde type.
Klassen: Zodra we de basisconcepten van programmeringslogica kennen, gaan we klassen definiëren.
Overerving: Inheritance drukt een "is een" relatie uit tussen klassen (Bijv. een student is een persoon). Hiermee kunnen we een nieuwe klasse, de subklasse, maken door een bestaande klasse, de superklasse, uit te breiden, in plaats van de nieuwe klasse helemaal opnieuw te definiëren.
Polymorfisme: Met polymorfisme kunnen we objecten van een subklasse dynamisch toewijzen waar het programma de objecten van een superklasse verwacht.
Oefeningen doorheen de cursus
Conclusie
Praktische informatie
Nederlands of Engels
Standaardduur: 2 dagen